Bijgewerkt 14 februari 2016

Op 9 februari heeft de CPG met ondersteuning van de NLVOW, om de tafel gezeten met Yard Energy en Klein Piershil. De provincie was op 21 januari ook uitgenodigd voor dit gesprek als regie voerend bevoegd gezag, maar heeft zich op 8 februari afgemeld, zonder opgaaf van redenen. Het gesprek werd een verkenning van elkaars standpunten in een “open mind” setting. Concreet is er nog niks afgesproken. De CPG gaat eerst in beraad om de punten die nu op tafel liggen weer door te nemen en daar waar nodig aan te vullen of te wijzigen.

De CPG kan zich voorstellen dat u vragen en/of opmerkingen heeft of dat u wilt meepraten over dit partcipatieplan. Dit kan, graag zelfs. Woensdag 17 februari zit de CPG weer bijeen. Meldt u zich aan bij Mark Speldenbrink via onderstaand contact formulier.

[contact-form subject=’CPG aanmelding’][contact-field label=’Naam’ type=’name’ required=’1’/][contact-field label=’Adres’ type=’text’ required=’1’/][contact-field label=’E-mail’ type=’email’ required=’1’/][contact-field label=’Reactie’ type=’textarea’ required=’1’/][/contact-form]

De CPG heeft de volgende opmerkingen voorgelegd aan de initiatiefnemers en de provincie:

  • Aantal/afstand turbines: Vanuit de klankbordgroep was al vastgesteld dat de lijn-opstelling prevaleert boven de gebogen opstelling.  De discussie gaat over 4 of 5 turbines en van welke grote. De tabellen in de MER (blz 132/133) geven bij de optie van 4 turbines aan dat dit bijna evenveel energie gaat opwekken dan de 5 opstelling. CPG is van mening dat de 4 opstelling voor minder overlast gaat zorgen (4 x 105dB(A) is nu eenmaal minder dan 5 x 105 db(A)). In de NRD (Notitie reikwijdte en detailniveau) stelt de provincie als doelstelling een opstelling van ca. 15 MW. Een opstelling van 4 x 3,5 MW valt dan ook prima binnen die bandbreedte. Hierbij mag ook opgemerkt worden dat de energie productie (MWh) in de afgelopen 3 jaar met ruim 30% is gestegen door de voortschrijding van de techniek. Had een 18 MW park in 2013 nog een opbrengst van ca. 49.000 MWh/jaar, nu heeft een zelfde park van 18 MW, een opbrengst van 67.000 MWh/jaar (volgens opgaaf MER). De voortschrijding van de techniek geeft dus ruimte om het ook met iets minder te doen. De CPG verzoekt dan ook een opstelling te plaatsen van 4 x 3,5 MW turbines, waarbij gekozen wordt voor een bronsterkte van max 105 dB(A) en een max rpm van 11. Een lagere snelheid van de omwenteling van de bladen, zorgt voor een rustiger aangezicht van het park in het landschap. Het lijkt ons dat bij een (bijna) gelijkblijvende opwekking van energie met minder windturbines en dus minder inbreng van overlast, er een win-win situatie zal ontstaan. De CPG is overigens van mening dat de minimale afstandseis van 400 meter, voor deze locatie niet voldoende is. Het feit dat volgens de berekeningen van het MER de turbines kunnen voldoen aan de wettelijke geluidsnormen maakt niet noodzakelijkerwijs dat het windturbinepark ook zal voldoen aan de wettelijke norm van een goede ruimtelijke ordening. Als je voldoet, aan de volgens de milieuvergunning aan te houden afstanden, volgt niet zonder meer dat een goed woon- en leefklimaat in de omgeving is gewaarborgd. Daarnaast zou je mogen aannemen, dat als in Goeree-Overvlakkee, provincie Zuid-Holland, men een afstandscriterium van 900 meter hanteert, de provincie vanuit het gelijkheidsbeginsel de bewoners van een eiland verderop niet ineens slechter behandeld.
  • Planschade vooraf regelen: Zoveel mogelijk vooraf regelen, zodat omwonden niet in jarenlange procedures verwikkeld raken.
  • Omgevingsvergoeding: Hieronder vallen zowel de burenregeling als het gebiedsfonds. Het standpunt van de CPG is duidelijk: hoe meer overlast, hoe meer vergoeding. Hierbij zijn de direct omwonenden als eerste aan bod voor een vergoeding. De CPG zou graag een verhouding zien waarbij  80% naar direct omwonenden en 20% naar het gebiedsfonds gaat.  Fondsenbeheer onder brengen in 1 stichting met raad van toezicht, lokaal binnen de grenzen van Nieuw-Beijerland/Piershil/Nissewaard. CPG verzoekt ook de gemeente Korendijk om een deel van de jaarlijkse OZB gelden uit het park toe te voegen aan het gebiedsfonds. Inschatting is dat de inkomsten voor de gemeente Korendijk op ca. € 35.000,00 per jaar komen te liggen.
  • Landschap compensatie: In het kader van transparantie wil de CPG meepraten aan de groene tafel waar HWL, Klein Piershil en provincie zitting hebben. Dit om inzicht te krijgen en invloed uit oefenen op het inrichtingsbudget.
  • Obligatie regeling: De CPG verwacht dat omwonenden geen interesse zullen hebben in een obligatie regeling van een windpark waar zij niet om gevraagd hebben. Advies NLVOW: Zij wijzen op het meer gangbare model in Nederland voor een verplichte openstelling voor deelname tot 25% van de aandeelwaarde. Meer mag, maar wordt niet verplicht, als er geen belangstelling is kan de deelname zelfs op 0% uitkomen. Hierbij kan wellicht gedacht worden aan een zekerheid voor deelname (als men wil) binnen een directe kring rond het park (5km?) zodat niet de rest van Nederland die 25% kan “inpikken”.
  • Calamiteitenfonds: €50.000 is als extra buffer. Wat over is zou toegevoegd worden aan de omgevingsregeling. De CPG vraagt of initiatiefnemers bereid is een hogere bovengrens of bandbreedte aan te kunnen geven inden dit budget niet toereikend is.
  • Nul meting gezondheid: Volgens RIVM rapport loopt 9% mogelijk een risico op gezondheidsklachten. Om dit goed in kaart te brengen, verzoekt het CPG een 0-meting gezondheid. Deze wordt dan uitgevoerd, voordat het park geplaatst wordt. Hiermee kan dan achteraf bekeken worden of er een causaal verband is met de komst van het windpark en de gezondheidsklachten die zich voordoen nadat het park geplaatst is. Via OZHZ te regelen. Kan eventueel door gemeenten worden opgepakt maar bundeling van inzet provincie/gemeente zou hier wel goed zijn.
  • Verlichting: Afschermen verplichten (schaal onderkant), vermindering zou nog beter zijn. E.e.a. in afwachting van proef Zuidlob.
  • Opruim regeling: Het gaat hier om twee zaken: 1) Als de eigenaar niet wil/kan dan zouden de kosten voor de gemeenschap zijn. 2) Als ze niet meer gebruikt worden, dan direct afbreken en dus geen roestige kolossen voor 10 jaar in het landschap omdat de eigenaar er nu even geen geld aan wil besteden.
  • Tijdelijke vergunning: De CPG wil, als de economische levensduur voorbij is, of/en bij vervanging, er niet automatisch een recht ontstaat voor plaatsen nieuwe turbines maar er een afweging (door overheid) gemaakt kan worden voor invulling duurzaamheidsopgave.
  • Mitigerende maatregelingen: De inzet van de noodzakelijke mitigerende maatregelingen om binnen het wettelijk kader van de normering te blijven te realiseren als maatwerk in overleg met de directe omgeving.
  • Geluid: CPG verzoekt  een bovengrens aan de geluidsproductie van de turbines vast te leggen. Binnen de grens van 105,5 dB(A) zijn er voldoende mogelijkheden. Er zijn nu eenmaal erg luidruchtige windturbines op de markt en met mitigerende maatregelen is alles binnen de normering te krijgen, maar het maximum gaat dan wel ophoog.
  • Slagschaduw: In een poging hinderlijke slagschaduw te vermijden, afspraken over stilstandsregeling. E.e.a. de combineren met het vorige punt of wellicht “te kopen” vanuit de burenregeling.
  • Terugregeling: De CPG verzoekt om binnen de jaarruimte de productie in de winter te intensiveren (dus een hoger geluidsproductie, boven geluidsnorm 41/47 Lden) Om zo de ruimte te creëren om in de zomermaanden terug te regelen, zodat de turbines bijvoorbeeld in de (vroege) avonden stilgezet kunnen worden.
  • Gemeentegrenzen: De regelingen/afspraken zouden gebaseerd moeten zijn op afstand van het park en niet gekaderd moeten worden door gemeentegrenzen.
  • Peer-review: De CPG heeft de nodige argwaan tegen rapporten (MER) die de basis zijn voor besluitvorming cq. de mitigerende maatregelen. De CPG zou dit graag gecontroleerd willen zien (peer-review).
  • Windparkloket: De CPG wil dat er een goede transparante informatievoorziening opgezet wordt. Dit kan door middel van een website met ondersteuning van een app service. Hiermee kunnen omwonenden op elk moment toetsen wat het windpark voor geluid produceert, hoeveel het produceert, maar ook wanneer er een mitigerende maatregel van kracht is. Ook kan men denken aan een weerbericht voor 100 meter hoogte waarbij de geluidsproductie van het windpark kan worden voorspeld, zodat omwonenden weten wat ze op korte termijn aan geluid kunnen verwachten.